Het was droog toen ik om kwart over 9 het hotel verliet. Els was al naar haar werk. Ik verkende een beetje de omgeving van het hotel. Ik kwam langs het rummuseum/rumhuis van SAB, niet ver van het hotel. Ik bekeek het museum uitgebreid. Er werd getoond hoe men rum maakt. Ook werd de geschiedenis van de rumdistilleerderij beschreven. Een mooie videofilm verluchtte dit alles. In een winkeltje kon je souvenirs en rum kopen. Er waren niet veel mensen, die het museum bezochten. Toen ik terugliep naar het hotel, kwam ik langs een houten kerk en een lagere school. Tegen elven was ik weer terug. Ik dook het zwembad in, maar helaas begon het weer te regenen. 's Middags hadden we een heel ander programma. We liepen naar de bootsteiger aan de Surinamerivier en probeerden daar een korjaal; te vinden, die ons bracht naar een plantage of naar Fort Nieuw Amsterdam, allemaal in het tegenover liggende Commewijnedistrict. Na lang onderhandelen vonden we iemand bereid, die ons naar Fort Nieuw Amsterdam bracht. We voeren de Surinamerivier op en genoten van het uitzicht. We voeren langs Fort Zeelandia en langs de luxe villa's, die aan de oever van de rivier gebouwd waren. Sommige waren paleizen. In een van deze schijnt Bouterse te wonen. Het water spatte hoog op en het begon te regenen. De lucht zag grauw. Het was ongeveer anderhalf uur varen naar de samenvloeiing van de Surinamerivier en de Commewijne. Op de samenvloeiing van deze twee rivieren zouden Dolfijnen te zien moeten zijn, maar ze waren er niet. Volgens de bootsman waren ze er alleen 's morgens. De rivier, die ontstond uit de samenvloeiing van Surinamerivier en Commewijne, was erg breed. In de verte was de zee. We legden aan aan een steiger bij Fort Nieuw Amsterdam. Rond dit fort is een dorpje ontstaan. Het fort is gebouwd om de plantages in het achterland te verdedigen. Het ligt op een strategische plaats, namelijk op de samenvloeiing van beide al genoemde rivieren. We zagen diverse kanonnen, ook uit de laatste wereldoorlog. Er was toen een detachement Amerikaanse soldaten in Suriname gelegerd om het land te beschermen tegen de vijand. De Duitse U-boten loerden overal. We zagen ook een gedenkteken op de plaats, waar de Chinezen aan land gekomen waren.Ze waren eind 19e eeuw naar Suriname gekomen om hier te werken.Van het fort zelf was weinig meer over. Om kosten te besparen was het destijds gebouwd uit aarden wallen en houten palissaden. Alleen enkele gebouwen waren van steen, bijvoorbeeld de kruithuizen. Wel werd je er lek geprikt door de muggen. Er was veel stilstaand water. Na de oorlog werden in dit kamp ex-NSB-ers tewerkgesteld. Hun barakken kon je nog zien. Tegen half 5 verlieten we het fort weer en nu waren we vrij snel terug in Paramaribo, om een uur of 5. In de verte zagen we het wrak van de "Goslar" in de Surinamerivier liggen. Dit Duitse schip had ergens in 1940 bescherming gezocht in de haven van Paramaribo, maar toen men, toen de oorlog uitgebroken was, de bemanning wilde arresteren, liet deze het schip de lucht in vliegen. Het schip ligt er dus nog steeds sinds 1940. Wie ruimt het op of is het te duur? Om kwart over 5 kwamen we weer in ons hotel aan. Het regende toen weer. 's Avonds gingen we eten bij "'t Vat", een restaurant aan de overkant. Het is een van de bekendste restaurants van Paramaribo en het was er erg druk. Op grote schermen volgde men een voetbalwedstrijd. Toen deze afgelopen was, werd het een stuk rustiger. Ook wij verlieten het restaurant op tijd, want het zou een korte nacht worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten