zaterdag 2 maart 2013

Suriname - dag 5 - 17 februari 2013

Dit zou de laatste dag in het binnenland worden. Toen we wakker werden, regende het niet meer. Een flauw zonnetje scheen over het meer. We besloten een tocht per roeiboot te maken over het meer. De eigenaar van het park had een boot aan de oever gelegd. Toen we op het water waren, bleek hij veel water te maken. Hij was gewoon lek. We moesten hozen om niet te zinken. De eigenaar, die aan de oever van het meer stond, kwam ons met zijn bootje halen en bracht ons terug naar de oever. Daar lag een andere boot voor ons klaar. Die maakte minder water. De bedoeling was om om het eiland tegenover heen ons te varen, maar dat bleek geen haalbare kaart. Om de een of andere reden draaiden we steeds om onze as. We roeiden blijkbaar verkeerd. Wel kwamen we hij het eiland. Daar maakten we rechtsomkeert. We voeren en passant nog enkele rotte boomstaken omver en zo bereikten we ons uitgangspunt weer. Al met al was het toch een leuke roeitocht. Daarna gingen we in het meer zwemmen om af te koelen. Later ging het helaas weer regenen. Even na half 12 verlieten we het kamp en we reden weer naar het noorden. Bij Klaaskreek reden we totaan de Surinamerivier. Daar parkeerden we onze auto en per korjaal staken we de rivier over. We bereikten nu het rivierdorp Nieuw Lombé. Dit dorp is alleen bereikbaar per boot. Er gaan geen wegen naar toe. Iemand waste zich in de rivier, een ander deed de afwas in het rivierwater. De rivier is belangrijk voor deze mensen. We maakten een wandeling door het dorp. Af en toe werden we nagestaard door dorpsbewoners. De mensen wonen in eenvoudige houten huizen of hutten. Hun groenten kweken ze op kostgrondjes. Buiten hing de was te drogen. Er was een r.k. lagere school en een r.k. kerk. De houten klokkentoren stond ernaast. In en stenen huis woonden de onderwijzers. Ook was er een polikliniek van de medische zending. In een gebouwtje in het centrum van het dorp worden rouwdiensten gehouden. Het was een belevenis om een rondwandeling te maken door een rivierdorp in de bush van Suriname. Na de wandeling voeren we weer terug naar Klaaskreek, vanwaar we even na 1 uur vertrokken richting Paramaribo. De politiecontrolepost was onbezet. Op zondag controleren ze niet. Dan kan iedereen gewoon passeren. Na drie kwartier rijden kwamen we aan bij een Javaans eetcafé tegenover de aluminiumsmelterij van Suralco. Er wordt in Suriname bauxiet gedolven en omgesmolten. Het bauxiet is belangrijk voor de vliegtuigindsustrie. Suralco is een Amerikaans bedrijf. Vrachtwagens met ruw bauxiet reden af en aan. Ze hadden voorrang boven het overige verkeer. In het eetcafé (Lé-Kasan) aten we een lekkere Javaanse maaltijd. Ze was pittig gekruid. Ik at gebakken cassave. Javanen zijn een van de bevolkingsgroepen van Suriname. De andere zijn: de inheemsen (de indianen), de bosland creolen (de bosnegers), hindoestanen en chinezen. Verder is er nog en klein groepje joden en blanken. Toen de slavernij werd afgeschaft op 1 juli 1863 haalde men hindoe's (contractkoelies) en javanen om te werken op de plantages. Als ze bleven na afloop van het contract, kregen ze een klein stukje grond in eigendom om te bebouwen. Na een pauze van een uur reden we terug naar Paramaribo.We reden langs Berseba en het voetbalstadion van een bekende Surinaamse voetballer. Hij had het gebouwd voor de jeugd van Suriname op het terrein van zijn opa. Het regende toen we Paramaribo binnenreden. De lucht zag grijs. Zwemmen in het zwembad van het hotel zat er niet in. Even na drieen bereikten we ons hotel. We namen afscheid van Tiana en haar auto, een Mitsubishi Pajero.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten