Vrijdag is Janny weer vertrokken naar Nederland. De avond daarvoor aten we ijs bij een ijssalon op Zuikertuintje. Dit keer bleef het gelukkig droog. Zuikertuintje is een vroegere plantage. Er is nu een klein winkelcentrum. Er staat nog een landhuis. Daarin is café "De Heeren" gevestigd, een gerenommeerd café op het eiland. Gisteren waren Leonie en Mark bij ons op bezoek. Ze zijn een week op het eiland en verblijven in het resort Sunscape, vroeger Breezes geheten. Ik haalde hen daar ook af. Later op de middag gingen we met zijn allen naar de struisvogelboerderij bij de St. Jorisbaai. Er was nu een houten uitzichtstoren geplaatst. Vandaar had je en mooi uitzicht over de baai en de Tafelberg. We zagen de struisvogels lopen. Ook zagen we papegaaien en een kalkoen, die zijn veren tentoonspreidde. Van de struisvogels gingen we naar de vroegere plantage Santa Barbara. Het hotel, dat hier staat, heette tot voor kort Hyatt Regency, maar nu heet het allemaal Santa Barbara Beach Resort. We dronken hier wat. We hadden een mooi uitzicht op zee. Gasten lagen in het zwembad of waren aan het zonnen. Het hotel is gebouwd in oud-Spaanse stijl. Er stonden mooie palmen op het terrein, o.a. Bismarckpalmen, die ik ooit nog in mijn tuin wil hebben. Er waren niet zoveel gasten in het resort. Het is onlangs dan ook bijna failliet gegaan. Van Santa Barbara reden we naar het uitzichtspunt in Jan Thiel, vanwaar we een mooi uitzicht hadden op het Spaanse Water. Hier lagen een booreiland en een veerboot, waarschijnlijk ter reparatie. Aan de overkant lag het quarantainegebouw. Zieke zeelieden werden hier vroeger in quarantaine gehouden. Nu staat het gebouw er troosteloos en verlaten bij. Tenslotte reden we naar landhuis Brakkeput Meimei. Het landhuis is mooi opgeknapt en er is nu een bekend restaurant. Sommige kamers waren in oude stijl ingericht. Maar het ging ons nu niet om het restaurant, maar om de midgetgolfbaan. We sloegen onze ballen op 18 banen. Het was er druk. Indiers hielden er een feest. Naderhand dronken we nog wat om de dorst te lessen en daarna vertrokken we weer naar huis. Het was inmiddels donker geworden. De zon gaat snel onder in de tropen. Brakkeput bestaat trouwens in drie delen: Brakkeput Ariba, waar het kampeerterrein is, Brakkeput Meimei, waar het restaurant is, en Brakkeput Abou. Deze laatste is nu een moderne woonwijk. Vroeger waren het plantages. Na het avondeten bracht ik Mark en Leonie weer naar hun hotel. Het was een gezellige dag geweest. Bon nochi!
maandag 25 maart 2013
woensdag 20 maart 2013
Jan Kok
Op het ogenblik is Janny bij ons op bezoek. Het is vandaag mooi weer en ze is met dorpsgenoten naar het strand. Zaterdag zijn we met haar op stap geweest naar Bandabou. We reden naar de zoutpannen van Jan Kok. Vroeger werd hier zout gewonnen. Slaven werkten in de zoutpannen. Het was zwaar werk. De zoutwinning is er nu niet meer. Nu zijn de zoutpannen bekend om de flamingo's. We zagen er een paar. Er zijn hier tegenwoordig meer flamingo's dan een tijd geleden. Veel flamingo's komen uit Bonaire, waar het Gotomeer vervuild is. Maar de zoutpannen van Jan Kok waren ook vervuild. Enkele maanden geleden voltrok zich hier een olieramp. Er is olie gestroomd in het zoutmeer, waarschijnlijk uit een van de tanks aan de Bullenbaai. Met man en macht heeft men de olie opgeruimd, maar er is toch veel schade aangericht. De mangroves zullen nog jaren nodig hebben om te herstellen. Van de zoutpannen gingen we naar het nabijgelegen landhuis Jan Kok. Hier heeft de lokale kunstenares Nena Sancheze een galerij. Ze stelt hier haar kleurige werken ten toon. Ze schildert Curaçaose taferelen, zoals slavenhuisjes, palmen en portretten van lokale bewoners van het eiland. Van landhuis Jan Kok reden we via Soto en Lagun naar landhuis Knip, midden in de bergen. De hoogste berg is hier de Christoffelberg (375 meter). Die verhief zich majestueus in het landschap. We waren nog net op tijd voor een rondleiding. De gids vertelde ons van het leven van de slaven op het eiland en van de slavenopstand onder leiding van Tula in 1795. Uiteindelijk werden Tula c.s. verslagen door het Nederlandse leger bij Ser'i Neger. Er is onlangs een film opgenomen over deze strijd. Deze heet "Tula, the revolt". Volgende maand gaat hij in premiere. Christiaan speelt ook in deze film mee, als soldaat. We gaan hem beslist zien. De film zal ook te zien zijn in de Nederlandse bioscopen. Landhuis Knip is schitterend gelegen en we genoten van het uitzicht. Van dit landhuis reden we naar Westpunt, waar we bij Rancho El Sobrino koffie dronken. De koffie was slecht en lauw, bitter en sterk. Waarschijnlijk was hij die morgen gezet en het was beslist geen verse koffie. Maar we hadden in ieder geval onze caffeine binnen en konden weer verder. We reden nu langs de noordkant via Barber, Ser'i Neger en Tera Corá naar landhuis Daniel. Daar genoten we van een heerlijke maaltijd. Het was rustig, maar gezellig. Toen het al donker was, reden we weer terug naar Willemstad. De volgende dag zijn we naar Playa Kanoa geweest, het enige strand aan de noordkust. We zwommen in de baai en zaten lekker onder een palappa. De wind waaide flink en er waren hoge golven. Menige surfer waagde zich op zee en genoot van de golven, die op de oever stuk sloegen. Er waait in deze tijd van het jaar altijd een felle wind. Aan het eind van de middag betrok de lucht en toen die bijna zwart was, vertrokken we. Toen we onze wijk binnen reden, zagen we, dat het flink geregend had. Maar we hadden toch een lekker middagje aan het strand gehad! Bon tardi!
woensdag 6 maart 2013
Suriname - dag 9 - 21 februari 2013
Na een halve nacht slapen moesten we alweer opstaan. We werden om 2 uur 's nachts gewekt door de wekdienst van het hotel. Het was gauw koffers pakken geblazen. We brachten onze koffers naar de lounge en bij de receptie namen we een ontbijtpakket in ontvangst. Even na drieen vertrok een busje richting Zanderij. Er zaten nog andere mensen in. In het holst van de nacht reden we over de verlaten wegen. Toen we tegen 4 uur op Zanderij aankwamen, regende het. We checkten in en toen was het wachten geblazen. We zagen een hele Chinese delegatie, die een spandoek ontrolde met een Chinese tekst erop. Even later kwam er een Chinese hoogwaardigheidsbekleder, die voor de delegatie boog en een ieder begroette. Hij werd begeleid door een Surinaamse regeringsfunctionaris,. zo leek het wel. Wie was deze meneer? Misschien kan Yo-yi ons vertellen wat er op het spandoek stond. Om 7 uur vertrokken we eindelijk met Inselair vanaf het vliegveld. Even later zagen we beneden ons duidelijk de Venezolaanse kust. We zagen bergen, dorpen en wegen. De lucht was helder.Om 9.20 uur Surinaamse tijd = 8.20 uur Curaçaose tijd landden we op Hato. De afhandeling van bagage en douane ging vlot. Luutsen en Atie kwamen ons ophalen en om half 11 waren we thuis. We dronken met hen nog een kop koffie en evalueerden de reis. Het was een geweldige reis geweest, naar een mooi land met vriendelijke bewoners. Tot slot nog wat gegevens over Suriname: Paramaribo ligt op 5 graden Noorderbreedte (Curaçao op 12 graden N.B.). Het land is vier keer groter dan Nederland. Er wonen ongeveer een half miljoen mensen, van wie de helft in Paramaribo. Veel Surinamers wonen nu in Nederland. Ze zijn vlak voor de onafhankelijkheid in 1975 weggegaan, omdat ze geen vertrouwen hadden in een onafhankelijk Suriname. Het waren vooral Hindoestanen, maar ook Javanen. Ze worden Surinederlanders genoemd. De hoogste bergtop van Suriname is de Julianatop (1230 meter hoog). De afstand van noord naar zuid is 450 kilometer, die van oost naar west 400. Er zijn drie belangrijke rivieren: de Corantijn (die grotendeels de grens met Guyana vormt), de Surinamerivier en de Marowijne (die grotendeels de grens met Frans-Guyana vormt). Met Guyana en Frans-Guyana zijn er grensdisputen. De betwiste gebieden liggen in het zuiden. De zuidgrens van het land is de grens met Brazilie. Nog enkele gegevens: het verkeer in het land rijdt links. Dat was weer even wennen. Het is nog een overblijfsel uit de Engelse tijd (Nederland heeft de kolonie destijds van Engeland overgenomen). Het stroomvoltage is 127 V. Je hebt voor het noorden van het land geen inentingen nodig, voor het zuiden (het binnenland) heb je een inenting tegen malaria nodig. We hebben geen inenting gehaald en nu maar hopen, dat we geen tropische ziekte hebben opgelopen. Tot zover de berichtgeving uit Suriname. Gado bless Sranan! Bon nochi!
dinsdag 5 maart 2013
Suriname - dag 8 - 20 februari 2013
Het was droog toen ik om kwart over 9 het hotel verliet. Els was al naar haar werk. Ik verkende een beetje de omgeving van het hotel. Ik kwam langs het rummuseum/rumhuis van SAB, niet ver van het hotel. Ik bekeek het museum uitgebreid. Er werd getoond hoe men rum maakt. Ook werd de geschiedenis van de rumdistilleerderij beschreven. Een mooie videofilm verluchtte dit alles. In een winkeltje kon je souvenirs en rum kopen. Er waren niet veel mensen, die het museum bezochten. Toen ik terugliep naar het hotel, kwam ik langs een houten kerk en een lagere school. Tegen elven was ik weer terug. Ik dook het zwembad in, maar helaas begon het weer te regenen. 's Middags hadden we een heel ander programma. We liepen naar de bootsteiger aan de Surinamerivier en probeerden daar een korjaal; te vinden, die ons bracht naar een plantage of naar Fort Nieuw Amsterdam, allemaal in het tegenover liggende Commewijnedistrict. Na lang onderhandelen vonden we iemand bereid, die ons naar Fort Nieuw Amsterdam bracht. We voeren de Surinamerivier op en genoten van het uitzicht. We voeren langs Fort Zeelandia en langs de luxe villa's, die aan de oever van de rivier gebouwd waren. Sommige waren paleizen. In een van deze schijnt Bouterse te wonen. Het water spatte hoog op en het begon te regenen. De lucht zag grauw. Het was ongeveer anderhalf uur varen naar de samenvloeiing van de Surinamerivier en de Commewijne. Op de samenvloeiing van deze twee rivieren zouden Dolfijnen te zien moeten zijn, maar ze waren er niet. Volgens de bootsman waren ze er alleen 's morgens. De rivier, die ontstond uit de samenvloeiing van Surinamerivier en Commewijne, was erg breed. In de verte was de zee. We legden aan aan een steiger bij Fort Nieuw Amsterdam. Rond dit fort is een dorpje ontstaan. Het fort is gebouwd om de plantages in het achterland te verdedigen. Het ligt op een strategische plaats, namelijk op de samenvloeiing van beide al genoemde rivieren. We zagen diverse kanonnen, ook uit de laatste wereldoorlog. Er was toen een detachement Amerikaanse soldaten in Suriname gelegerd om het land te beschermen tegen de vijand. De Duitse U-boten loerden overal. We zagen ook een gedenkteken op de plaats, waar de Chinezen aan land gekomen waren.Ze waren eind 19e eeuw naar Suriname gekomen om hier te werken.Van het fort zelf was weinig meer over. Om kosten te besparen was het destijds gebouwd uit aarden wallen en houten palissaden. Alleen enkele gebouwen waren van steen, bijvoorbeeld de kruithuizen. Wel werd je er lek geprikt door de muggen. Er was veel stilstaand water. Na de oorlog werden in dit kamp ex-NSB-ers tewerkgesteld. Hun barakken kon je nog zien. Tegen half 5 verlieten we het fort weer en nu waren we vrij snel terug in Paramaribo, om een uur of 5. In de verte zagen we het wrak van de "Goslar" in de Surinamerivier liggen. Dit Duitse schip had ergens in 1940 bescherming gezocht in de haven van Paramaribo, maar toen men, toen de oorlog uitgebroken was, de bemanning wilde arresteren, liet deze het schip de lucht in vliegen. Het schip ligt er dus nog steeds sinds 1940. Wie ruimt het op of is het te duur? Om kwart over 5 kwamen we weer in ons hotel aan. Het regende toen weer. 's Avonds gingen we eten bij "'t Vat", een restaurant aan de overkant. Het is een van de bekendste restaurants van Paramaribo en het was er erg druk. Op grote schermen volgde men een voetbalwedstrijd. Toen deze afgelopen was, werd het een stuk rustiger. Ook wij verlieten het restaurant op tijd, want het zou een korte nacht worden.
maandag 4 maart 2013
Suriname - dag 7 - 19 februari 2013
Deze dag verliet ik tegen half 10 het hotel om nog het een en ander te bekijken in de stad. Els was weer naar haar werk. Het was zwaar bewolkt, maar een bleek zonnetje was toch nog te zien. Ik ging naar Fort Zeelandia, dat vlak bij het hotel was. Deze keer was het wel open. Het fort is prachtig gerestaureerd en herbergt het Surinaams Museum. Dit museum gaat vooral over de geschiedenis van Suriname, van de pre-Columbaanse tijd tot heden. Ook het gebouw aan de overkant reken ik dan mee. Dit bezocht ik later. De geschiedenis van Suriname is verbonden met de slavernij. Deze heeft een grote rol gespeeld. Ik bezocht de verschillende kantelen en bastions. Op een van deze bastions werden in december 1982 de decembermoorden gepleegd. Vijftien tegenstanders van het regiem-Bouterse werden toe gefusilleerd. Bouterse was in die tijd de legerleider. Hij is nu weer president. Op de plaats van de moordpartij is een gedenkteken geplaatst door de vorige regering onder leiding van president Ronald Venetiaan. Het is tragisch wat hier gebeurd is. Deze gebeurtenis hangt nog steeds als een donkere wolk boven Suriname. Dat Bouterse weer tot president gekozen is, is vooral te danken aan de jongere mensen, die niets of weinig weten van de decembermoorden. Zij staan positiever tegenover Bouterse dan de ouderen. Ze zeggen, dat hij meer voor het volk doet dan de vorige regering. Onlangs is aan de coupplegers van1980 amnestie verleend. Hieronder vallen ook de decembermoorden. Maar onlangs las ik ook, dat de krijgsraad door wil gaan met het proces. We zullen het zien. Hopelijk zegeviert het recht. In het fort zag ik ook nog de gevangenis. In een nauwe kerker, zonder ramen, werden de gevangenen opgesloten. Ook de apotheek zag ik. Deze was lange tijd de stadsapotheek van Paramaribo. Nu is het fort weer voor het publiek toegankelijk. Lange tijd was dit niet het geval, omdat het de zetel was van het militaire regiem. Vanaf de bastions van het fort had je een heerlijk uitzicht over de Surinamerivier. Om 11 uur verliet ik het fort weer en liep ik naar de Waterkant. Ik bezocht daar nogmaals de Centrale markt. Mensen willen niet, dat je een foto van hen maakt, want dan "steel je hun ziel". Daar moet je dus rekening mee houden. Ik kocht bij een toko twee potten peperpindakaas, iets wat je alleen in Suriname kunt krijgen. Els' baas had daar om gevraagd.Verder zag ik bij de markt kantoren, waar goud van goudzoekers werd opgekocht. Ook waren er veel Chinese restaurants en toko's. Ik liep naar de Maagdenstraat, waar opvallend veel juweliers waren. Op het Kerkplein was de hervormde kerk gesloten. Wat nu wel open was, was de houten kathedraal van St. Petrus en Paulus. Er was namelijk een dienst aan de gang in verband met de veertigdagentijd. Er zat een twintigtal mensen. Een priester hield de preek en reikte de heilige communie uit. Zo heb ik de kathedraal toch nog van binnen gezien. Daarna liep ik terug naar het hotel, waar ik om 1 uur aankwam. 's Middags gingen we uit eten in het Indische restaurant "Sarinah" in de Javaanse wijk, samen met de directie van het PCS. De maaltijd smaakte heerlijk. Els kreeg een mooi fotoboek van Suriname aangeboden. De directeur bedankte haar voor de samenwerking. Toen we teruggebracht waren in het hotel, gingen we zwemmen in het zwembad daar. We moesten echter vluchten voor de regen.
zondag 3 maart 2013
Suriname - dag 6 - 18 februari 2013
Deze dag was het zwaar bewolkt en regende het. Dat weerhield mij er echter niet van het hotel te verlaten en de stad in te trekken. Dat was tegen 11 uur 's morgens. Het hotel was niet ver van het centrum. Je kon het gemakkelijk lopen. Els was weer naar haar werk. Ik liep langs de Waterkant met de eettentjes, de minibusjes, die wachtten op passagiers en de korjalen in de rivier, die wachtten op vervoer. Langs de Steenbakkerijstraat liep ik naar de Domineestraat en ik bekeek de talrijke winkels en boetieks. Ik kwam langs het gebouw van het Surinaamse Bijbelgenootschap. Ik was er al eens binnengegaan. Via de Henck Arronstraat liep ik naar de Palmentuin. Ik genoot van de stad, van haar bedrijvigheid en van haar kleurrijke bevolking. De mensen hier zijn vriendelijk. Tegen 2 uur kwam ik weer bij het hotel. Even later kwam Els weer terug van haar werk. In de middag gingen we wederom de stad in. Het regende nog steeds. We liepen naar Fort Zeelandia en wilden dat bekijken, maar het was helaas gesloten (het is open van 9 tot 14 uur). We liepen weer langs de Waterkant en de Jodenbreestraat naar de Domineestraat. We bekeken enkele winkels. De prijzen zijn lager dan in Curaçao. We hadden de indruk, dat voedingswaren en en gebruiksartikelen de helft kosten van wat ze bij ons kosten. Helaas gingen de winkels alweer om half 5 dicht. In Curaçao zijn ze tot 6 uur open en de supermarkten zelfs tot 8 uur. Toen de winkels dichtgingen, stierf de binnenstad meteen uit. We gingen dan ook maar terug naar ons hotel. Het dagprogramma was echter nog niet afgelopen. 's Avonds gingen we eten in een Javaans restaurant in een buitenwijk. Het restaurant heette "Jawa" en had een goede naam. Els' baas had hem ons aangeraden. We namen een Indische rijsttafel. Heerlijk. En het Parbobier smaakte ook goed. Daarna bracht de taxi ons weer terug naar het hotel. De taxichauffeur, een hindoestaan, was welbespraakt. Hij praatte honderduit over Suriname. Hij vroeg hoe we het hier vonden. Ons antwoord was: mooi land en vriendelijke mensen.
zaterdag 2 maart 2013
Suriname - dag 5 - 17 februari 2013
Dit zou de laatste dag in het binnenland worden. Toen we wakker werden, regende het niet meer. Een flauw zonnetje scheen over het meer. We besloten een tocht per roeiboot te maken over het meer. De eigenaar van het park had een boot aan de oever gelegd. Toen we op het water waren, bleek hij veel water te maken. Hij was gewoon lek. We moesten hozen om niet te zinken. De eigenaar, die aan de oever van het meer stond, kwam ons met zijn bootje halen en bracht ons terug naar de oever. Daar lag een andere boot voor ons klaar. Die maakte minder water. De bedoeling was om om het eiland tegenover heen ons te varen, maar dat bleek geen haalbare kaart. Om de een of andere reden draaiden we steeds om onze as. We roeiden blijkbaar verkeerd. Wel kwamen we hij het eiland. Daar maakten we rechtsomkeert. We voeren en passant nog enkele rotte boomstaken omver en zo bereikten we ons uitgangspunt weer. Al met al was het toch een leuke roeitocht. Daarna gingen we in het meer zwemmen om af te koelen. Later ging het helaas weer regenen. Even na half 12 verlieten we het kamp en we reden weer naar het noorden. Bij Klaaskreek reden we totaan de Surinamerivier. Daar parkeerden we onze auto en per korjaal staken we de rivier over. We bereikten nu het rivierdorp Nieuw Lombé. Dit dorp is alleen bereikbaar per boot. Er gaan geen wegen naar toe. Iemand waste zich in de rivier, een ander deed de afwas in het rivierwater. De rivier is belangrijk voor deze mensen. We maakten een wandeling door het dorp. Af en toe werden we nagestaard door dorpsbewoners. De mensen wonen in eenvoudige houten huizen of hutten. Hun groenten kweken ze op kostgrondjes. Buiten hing de was te drogen. Er was een r.k. lagere school en een r.k. kerk. De houten klokkentoren stond ernaast. In en stenen huis woonden de onderwijzers. Ook was er een polikliniek van de medische zending. In een gebouwtje in het centrum van het dorp worden rouwdiensten gehouden. Het was een belevenis om een rondwandeling te maken door een rivierdorp in de bush van Suriname. Na de wandeling voeren we weer terug naar Klaaskreek, vanwaar we even na 1 uur vertrokken richting Paramaribo. De politiecontrolepost was onbezet. Op zondag controleren ze niet. Dan kan iedereen gewoon passeren. Na drie kwartier rijden kwamen we aan bij een Javaans eetcafé tegenover de aluminiumsmelterij van Suralco. Er wordt in Suriname bauxiet gedolven en omgesmolten. Het bauxiet is belangrijk voor de vliegtuigindsustrie. Suralco is een Amerikaans bedrijf. Vrachtwagens met ruw bauxiet reden af en aan. Ze hadden voorrang boven het overige verkeer. In het eetcafé (Lé-Kasan) aten we een lekkere Javaanse maaltijd. Ze was pittig gekruid. Ik at gebakken cassave. Javanen zijn een van de bevolkingsgroepen van Suriname. De andere zijn: de inheemsen (de indianen), de bosland creolen (de bosnegers), hindoestanen en chinezen. Verder is er nog en klein groepje joden en blanken. Toen de slavernij werd afgeschaft op 1 juli 1863 haalde men hindoe's (contractkoelies) en javanen om te werken op de plantages. Als ze bleven na afloop van het contract, kregen ze een klein stukje grond in eigendom om te bebouwen. Na een pauze van een uur reden we terug naar Paramaribo.We reden langs Berseba en het voetbalstadion van een bekende Surinaamse voetballer. Hij had het gebouwd voor de jeugd van Suriname op het terrein van zijn opa. Het regende toen we Paramaribo binnenreden. De lucht zag grijs. Zwemmen in het zwembad van het hotel zat er niet in. Even na drieen bereikten we ons hotel. We namen afscheid van Tiana en haar auto, een Mitsubishi Pajero.
Suriname - dag 4 - 16 februari 2013
Deze morgen regende het. Het was koud en mistig boven op de berg. We konden daardoor geen zonsopgang zien en geen wandeling maken naar de top van de Mazaroni. Die twee onderdelen vielen dus uit. Tegen half 1 verlieten we het kamp boven op de berg. De weg naar beneden was glibberig en nat. Toch hebben we het gehaald. Een uur later waren we beneden en kwamen we aan in Brownsweg. Bij een Chinees haalden we wat eten. In Brownsweg zijn huizen gebouwd voor de bewoners van de dorpen aan de Boven-Surinamerivier, die in 2006 getroffen zijn door overstromingen. De dorpen zijn onbewoonbaar geworden en de bewoners moesten verhuizen. Tegen 12 uur vertrokken we weer uit Brownsweg. We kwamen langs het oude dorp en de polikliniek, waar een verpleegkundige de zieken helpt en waar eens in de maand een arts komt. Twintig minuten later kwamen we aan bij Stoneiland, een kampement op een schiereiland in het Brokopondomeer. Dit meer heet ook wel het Ir.dr. W. van Blommesteinmeer, naar de ontwerper ervan. Het was intussen wel droog geworden, hoewel de wolken laag over de bergen hingen. Een groep hindoestanen zwom in het meer. Ze maakten pret. Het waren daggasten uit Paramaribo. Aan het eind van de middag vertrokken ze weer naar de stad. Verder waren er nog enkele Nederlandse toeristen op het park. Wij hadden een huisje vlak aan het water. Els en ik zwommen in het meer. Het water was lekker warm. Er zwemmen ook vissen in het meer. Vissers proberen hen te vangen met hun netten. Er zwemmen ook piranha's, maar die zijn hier ongevaarlijk. Uit het meer steken staken omhoog. Het zijn de stammen van bomen. Een vreemd gezicht. Later op de dag ging het helaas weer regenen. Daardoor ging de wandeling in de buurt van het meer niet door. Maar wij vermaakten ons met een spelletje, dat Tiana had meegenomen.
Suriname - dag 3 - 15 februari 2013
Deze dag zouden we het binnenland ingaan. Tegen half 9 's morgens kwam Tiana ons halen bij het hotel. Zij zou deze dagen onze chauffeuse en gids zijn. We reden van Paramaribo in zuidelijke richting. Al spoedig hadden we de stad verlaten. De weg was hier goed. Enkele jaren geleden is hij door Chinezen aangelegd. Er worden nu nieuwe wegen aangelegd om het binnenland te ontsluiten. Zelfs bestaat er een plan om een weg door te trekken naar een stad in Brazilie. We passeerden de alluminiumsmelterij van Suralco. Even daarna kwamen we langs Kleine Powaka, waar Arowaken-indianen wonen. Het gebied, waar we nu doorheenreden, was savannegebied: bossen en zandgrond. Bij Klaaskreek kregen we politiecontrole. De politie was op zoek naar illegalen. Er zijn veel illegale goudzoekers in deze streek aan het werk. De agent vroeg onze paspoorten, maar die hadden we in het hotel laten liggen. Toch mochten we doorrijden. Klaaskreek is een transmigratiedorp. De bewoners zijn hier komen wonen, omdat hun dorp is ondergelopen bij de onderwaterzetting van het Brokopondogiebied ( nu het Brokopondomeer). Zoals ik al zei, zijn in deze buurt goudmijnen. Een Canadese maatschappij is driftig op zoek naar goud. Helaas houdt Suriname daar maar weinig van over. De opbrengst vloeit grotendeels weg naar het buitenland. Langs de weg waren her en der bosnegernederzettingen. Bosnegers waren vroeger weggelopen slaven. De huidige bosnegers zijn afstammelingen van hen. Om kwart over 10 kwamen we aan in Brownsweg. Ook dit is een transdmigratiedorp. We moesten hier een klein uur wachten op andere passagiers, die ook naar de Brownsberg zouden gaan. Bovendien moesten we van auto wisselen. We stapten nu over op een vierwielaangedreven Toyota. De weg was slecht en glibberig. Het had de laatste dagen geregend. Toch kwamen we boven. Even over 12 kwamen we op de Brownsberg aan. Deze ligt bijna 500 meter boven de zeespiegel. Hier ligt een kamp, waar je kunt overnachten. We hadden vanhier een schitterend uitzicht op het Brokopondomeer. Dit is een stuwmeer ter grootte van de provincie Utrecht. Het is aangelegd om Suralco te voorzien van elektriciteit. Maar ook Paramaribo betrekt zijn elektriciteit uit dit meer. In het kamp aten we een eenvoudige, doch voedzame maaltijd. Daarna vertrokken we met de gids naar de Leoval, een waterval. We waren hier midden in het oerwoud. Je kon de apen horen brullen. Hier en daar zagen we een giftige pad. Het woud was donker en vochtig. Vele vogels floten hun lied. De waterval was helemaal beneden. We bleven er een poosje zitten en genoten van de zon. Het water kletterde rustig naar beneden. De terugweg was moeilijker. We moesten moeizaam omhoog klimmen door het woud. Even na drieen kwamen we weer op ons kamp. Het was intussen gaan regenen. De lucht was betrokken en dit zou voorlopig niet meer ophouden. Iedereen denkt, dat het in de tropen nooit regent, maar dit is een misvatting. Niet voor niets spreken we dan ook over het tropische regenwoud. Bovendien regent het in Suriname veel meer dan op Curaçao. Dit zouden we de komende dagen dan ook merken. Tegen de avond werd het koud en vochtig. We aten een Surinaamse maaltijd in het restaurant en speelden daarna een potje sjoelen. Toen was het slapen geblazen en uitrusten van een vermoeiende dag. We sliepen in een hangmat, die Tiana had meegebracht. Mij viel het slapen in de hangmat alleszins mee. De volgende dag werd ik uitgerust wakker.
vrijdag 1 maart 2013
Suriname - dag 2 - 14 februari 2013
Els ging die morgen naar haar werk en ik trok de stad in. Om kwart over 11 verliet ik het hotel. Dichtbij het hotel is de Palmentuin. Het is eigenlijk de achtertuin van het presidentieel paleis. Er staan honderden palmen, met name Koningspalmen. In de tuin was een speeltuin, waar kinderen speelden. Vlak bij de Palmentuin is het Onafhankelijkheidsplein. Later op de dag zouden vanaf hier helikopters opstijgen en landen met mensen, die wel eens een vluchtje wilden maken boven Paramaribo. Misschien als cadeau van hun geliefde voor Valentijnsdag. Aan het Onafhankelijkheidsplein staat het presidentieel paleis, vroeger het paleis van de gouverneur. Het wordt nu gerestaureerd. Ik liep langs verschillende ministeries in de stad. De meeste gebouwen zijn van hout. In het verleden hebben branden grote delen van de stad verwoest. Aan de Surinamerivier zag ik Fort Zeelandia. Daarnaast stond het gebouw van de Staatsraad en aan de andere kant het standbeeld van koningin Wilhelmina. Dit stond voor de onafhankelijkheid (november 1975) op het Oranjeplein (nu Onafhankelijkheidsplein. Wilhelmina kijkt uit over de brede Surinamerivier met in de verte de Wijdenboschbrug, die Paramaribo met het district Commewijne verbindt. Verder in de stad zag ik de Hervormde kerk op het Kerkplein. Het is het oudste kerkgebouw van Suriname. Hier vond in november 1975 de souvereiniteitsoverdracht plaats. De kerk was helaas gesloten. Aan de Henck Arronstraat (vroeger: Gravenstraat) stond de houten kathedraal van de heiligen Petrus en Paulus. Ook deze kathedraal werd gerestaureerd en was helaas dicht. Men zegt, dat dit de grootste houten kerk van Zuid-Amerika is. Verder stond aan de Henck Arronstraat een oud ziekenhuis. Langzamerhand liep ik terug naar het hotel. Aan de Grote Combeweg zag ik een fleurige bloemenmarkt. Het was er druk in verband met Valentijnsdag. Rond de klok van half twee betrad ik het hotel weer. Het was een eerste kennismaking met Paramaribo. Later zouden we nog vele malen door de stad dwalen. 's Middags liep ik met Els, die inmiddels terug was van haar werk, langs de Waterkant (aan de Surinamerivier). Daar waren stalletjes waar je kon eten en drinken. We liepen langs de SMS-pier en langs en door de Centrale Markt,. Het was er een drukte van belang. Van alles werd er verkocht: groente en fruit, maar ook tassen en petten. Veel mensen uit het binnenland verkopen hun waar in de hoofdstad. Rijk beladen met geld keren ze naar hun dorpje terug. Aan de Steenbakkerijstraat zagen we de Maarten Lutherkerk. Bij een Chinese geldwisselaar naast Hotel Krasnapolsky wisselden we onze Amerikaanse dollars voor Surinaamse dollars in. 1 USD is 3,30 SRD waard. 1 SRD is NAf 0,54. We kregen de beste koers, volgens het bord. Een van de belangrijkste winkelstraten van de stad is de Domineestraat. In deze straat staat ook de Stadskerk van de Evangelische Broedergemeente, uit 1778. Ook deze kerk is van hout. In de Keizerstraat stonden de Hoogduitse synagoge en de moskee broederlijk naast elkaar. In Suriname leven de godsdiensten en rassen broederlijk en zusterlijk naast elkaar. Er is tolerantie. In de Keizerstraat aten we bij een Chinees. Het waren Chinezen, die pas uit de Volksrepubliek waren gekomen. De vrouw sprak alleen Engels en Sranan Tongo, geen Nederlands. Maar goed, we kregen ons eten. Via de Palmentuin liepen we weer naar ons hotel. Uitgeput zegen we neer en wel bij het zwembad. We koelden heerlijk af in het water.
Suriname - dag 1 - 13 februari 2013
Tot mijn verrassing kreeg ik voor mijn verjaardag van Els een reis aangeboden naar Suriname. Ze moest er heen voor haar werk en ik kon en mocht mee. Ik heb altijd al eens in Suriname willen kijken. Het land trok me altijd al aan. In mijn jeugd waren er twee aanknopingspunten met Suriname: ik woonde vroeger op het Surinameplein in Amsterdam en ik heb me destijds opgegeven voor de Troepenmacht in Suriname (TRIS) als dienstplichtig soldaat. Dat er van het laatste nooit iets is gekomen, komt, omdat ik vrijstelling kreeg van militaire dienst. Last but not least: ik werk nu onder Surinamers op Curaçao.
Om een lang verhaal kort te maken: op 13 februari 2013 vertrokken we om half 6 's middags van huis richting Hato. Henk bracht ons. We checkten in bij de balie van Inselair en om 20.35 uur stegen we op en vlogen we richting Paramaribo, de hoofdstad van Suriname. Het was toen al donker. We vlogen over de Venezolaanse kust en Port of Spain, de hoofdstad van Trinidad, aldus de mededeling van de captain. De afstand van Curaçao naar Suriname is ongeveer 1000 kilometer en het vliegtuig doet er ruim twee uur over. We landden in het holst van de nacht op het vliegveld Zanderij. Dat was om 22.45 uur Curaçaose tijd en om 23.45 uur Surinaamse tijd. Suriname ligt meer naar het Oosten en het is daar 1 uur later dan in Curaçao. We gingen vlot door de douane. We hadden geen visum nodig, omdat ons Nederlands paspoort was afgegeven op Curaçao. Nederlanders met een Nederlands paspoort, dat afgegeven is in Nederland, hebben wel een visum nodig. De diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Suriname zijn op het ogenblik op een dieptepunt. Met een busje vertrokken we om 1 uur S.T. naar Paramaribo. Door de donkere nacht reden we langs de verlaten wegen. Hier en daar stonden bomen langs de weg. Zanderij ligt niet in het oerwoud, zoals ik dacht, maar in savannegebied. Het ligt ruim 50 kilometer ten zuiden van Paramaribo. Via Lelydorp reden we erheen. Om 1.45 uur kwamen we bij ons hotel aan, Hotel Royal Torarica. We hadden een goede reis gehad.
Om een lang verhaal kort te maken: op 13 februari 2013 vertrokken we om half 6 's middags van huis richting Hato. Henk bracht ons. We checkten in bij de balie van Inselair en om 20.35 uur stegen we op en vlogen we richting Paramaribo, de hoofdstad van Suriname. Het was toen al donker. We vlogen over de Venezolaanse kust en Port of Spain, de hoofdstad van Trinidad, aldus de mededeling van de captain. De afstand van Curaçao naar Suriname is ongeveer 1000 kilometer en het vliegtuig doet er ruim twee uur over. We landden in het holst van de nacht op het vliegveld Zanderij. Dat was om 22.45 uur Curaçaose tijd en om 23.45 uur Surinaamse tijd. Suriname ligt meer naar het Oosten en het is daar 1 uur later dan in Curaçao. We gingen vlot door de douane. We hadden geen visum nodig, omdat ons Nederlands paspoort was afgegeven op Curaçao. Nederlanders met een Nederlands paspoort, dat afgegeven is in Nederland, hebben wel een visum nodig. De diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Suriname zijn op het ogenblik op een dieptepunt. Met een busje vertrokken we om 1 uur S.T. naar Paramaribo. Door de donkere nacht reden we langs de verlaten wegen. Hier en daar stonden bomen langs de weg. Zanderij ligt niet in het oerwoud, zoals ik dacht, maar in savannegebied. Het ligt ruim 50 kilometer ten zuiden van Paramaribo. Via Lelydorp reden we erheen. Om 1.45 uur kwamen we bij ons hotel aan, Hotel Royal Torarica. We hadden een goede reis gehad.
Abonneren op:
Posts (Atom)