We vertrokken om 11.15 uur met onze huurauto van het hotel. Deze dag gingen we de Mirafloressluizen in het Panamakanaal bekijken. De sluizen zijn indrukwekkend. Grote schepen varen er door. Toen wij stonden te kijken in het bezoekerscentrum, voer er net een schip uit de Marianen door. Andere lagen te wachten. Het Panamakanaal is geopend in 1914. Tot 1999 lag het in de Amerikaanse kanaalzone. 8 mijl aan weerszuijden van het kanaal was Amerikaans gebied. Eerder was al de spoorlijn door de isthmus aangelegd. Nu wordt deze spoorweg geexploiteerd door de Panama Canal Rail Road Company. Men vervoert containers van Colón naar Panama City en omgekeerd. Ook gaat er een personentrein, die toeristen vervoert. Na het bezoek aan de Mirafloressluizen gingen we naar Gamboa. We wilden daar het Panama Rainforest Discovery Center in om er in het oerwoud te wandelen, maar het regende, zodat we er vanaf zagen. We reden nu verder naar het noorden en staken de rivier de Chagres over. We reden langs het Parque Nacional Soberania.Panama kent verschillende nationale parken om de natuur te behouden. We reden via de snelweg (tolweg) naar Colón. We kwamen terecht in een voorstad van deze havenstad: Cristobál. We aten hier wat bij de Burger King, een fastfoodrestaurant. Daarna reden we Colón in. De regen was opgehouden. Het was druk en er was een file van hier tot Tokio. Colón was een drukke stad. Maar de huizen waren sterk verwaarloosd. Ze vielen uit elkaar van ellende. Het geheel is dus verpauperd. Het is ook een gevaarlijke stad. Criminelen doen er hun werk. We stapten even uit de auto aan het eind van de Avenida Central. Daar zagen we een groot Christusbeeld met zegenende armen aan de oever van de zee. De zee was hier de Caraibische Zee. Vóór de haveningang lagen veel schepen te wachten. Ze lossen containers in de haven of ze varen door het kanaal. In Colón stonden de straten blank. Zo hard had het geregend. We zagen de cruiseterminal. Langs de vrijzone reden we de stad weer uit. Met moeite vonden we de weg naar Gatún. We wilden hier de sluizen bekijken, omdat het verval in het kanaal hier zo groot is. Maar de sluizen waren om 16.00 uur voor bezoekers al gesloten, terwijl wij om half 5 voor de deur stonden. We zagen hier het Meer van Gatún, waar het kanaal doorheen loopt. Aan de oever lagen enkele schepen, meestal loodsboten. We reden nu over de sluis naar Fort Sherman. De weg ging door het oerwoud. In Fort Sherman was een restaurant waar we wat wilden gaan eten. Toen het al schemerde kwamen we er aan. Fort Sherman is een vroegere Amerikaanse legerbasis. Hier werden commando's getraind voor de Vietnam-oorlog. Ze kregen hier dus een jungletraining. De basis is nu overgenomen door de Panamezen. We werden gecontroleerd bij de wachtpost. De huizen van de Amerikaanse soldaten waren totaal gestript. Het maakte een bizarre indruk op ons. We liepen naar de zee. Aan de ene kant zagen we de Caraibische Zee, aan de andere kant van de dijk de Bahía de Limón (de Limoenbaai). Overal lagen wachtende schepen. In de baai lag ook een gezonken schip. Er was ook een vuurtoren en een radiozender. We besloten nog even naar San Lorenzo te gaan. Daar was een strand en een belangrijk Spaans fort. We reden door het Parque Nacional San Lorenzo, dat bestaat uit oerwoud. Maar het fort was verder dan we dachten, het was al donker en laat geworden, dus besloten we terug te keren naar Fort Sherman. We aten daar een lekkere maaltijd. Om 19.37 uur vetrokken we weer richting Panama City. Aan de uitgang van de basis moesten we ons paspoort laten zien aan een Panamese soldaat. We namen weer de snelweg en om 21.23 uur bereikten we ons hotel. Moe maar voldaan zegen we neer in de fauteuils in de hotelkamer. We hadden weer heel wat gezien. De afstand Panama City-Colón is ongeveer 80 kilometer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten