Deze dag reden we naar het zuidwesten van Panama. Het zal je duidelijk zijn, dat we een auto gehuurd hadden. Dat kun je al van 38 dollar/balboa per dag. Zonder auto begin je niets in het land. Het was goedkoper dan steeds met de taxi te gaan. We reden de stad uit, de brug over het Panamakanal over, langs Arraiján, La Chorrera, Capira en Chame naar Playa Malibú, aan de Golf van Panama. In de verte zagen we bergen. Ze waren opvallend groen vanwege het tropische regenwoud, dat ze bedekt. De snelweg waarlangs we reden was de Interamerican Highway. Die gaat van Alaska naar Zuid-Amerika. Alleen in de provincie Darién in Panama wordt hij even onderbroken. Men aarzelt om de twee stukken met elkaar te verbinden om drugshandelars en terroristen niet in de kaart te spelen. De provincie Darién is gevaarlijk voor toeristen. Je kunt er overvallen worden door drugshandelaren. Rebellen uit Colombia rusten er uit van de strijd in het oerwoud. Hier grenzen Panama en Colombia aan elkaar. In Playa Malibú zagen we veel hotels en vakantiehuisjes. Het strand was mooi en de golven hoog. De zee is hier dus de Stille Oceaan. Maar we konden nergens een surfplank huren - de reden voor Christiaan om naar Panama te gaan. We konden zelfs geen surfplank huren in het sporthotel Nitro City in Punta Chame. Dit ligt op de punt van een schiereiland. Aan de ene kant lag de Baai van Chame, aan de andere kant de Golf van Panama. Toen we er aankwamen, zag de lucht asgrauw en begon het te regenen. Dit zou verder de hele avond duren. We aten er wat. De kinderen speelden tafelbilliard. Toen het al donker was, vertrokken we uit het hotel-restaurant (18.45 uur). Om 20.35 uur kwamen we aan bij ons hotel in Panama City. Playa Malibú lag zo'n 80 kilometer van deze stad vandaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten