donderdag 12 april 2012

Westpunt

Ik besloot in deze vakantie een dag zo ver mogelijk van huis te gaan. Els moest werken. Het verste punt van huis was Westpunt. Het is 35 graden C. als ik vertrek. Aan de ring tank ik nog wat benzine en langs Souax rijd ik naar Bandabou. Dat begint na Souax. Als ik bij Grote Berg ben, zie ik de Christoffelberg. Ik buig af richting Soto. Daar zie ik, dat de kerk in de steigers staat. Zij wordt geschilderd. Enkele werklieden zijn bezig op het kerkhof. Aan de overkant van de weg ligt het klooster Emaus. Of het nog functioneert, weet ik niet. Ik heb de indruk, dat ook op de Antillen de roepingen minder worden. Verder is het stil in Soto. Ik rijd verder naar Lagun. Daar is het nog stiller. Een man zit bij een toko. De zon brandt genadeloos aan de hemel.  Na enige tijd kom ik bij landhuis Knip. Niet lang daarna rijd ik Westpunt binnen. Ik parkeer mijn auto bij Rancho el Sobrino en drink daar een kop koffie. Het is er niet druk. Westpunt is een badplaats, waar vooral Curaçaoenaars op vakantie gaan. Je kunt er een huisje of een appartement huren. Er zijn enkele snacks waar je wat kunt eten en drinken. De kerk van Westpunt is vrij groot. Ik rijd naar Playa Grandi. Daar is niets te doen. Enkele jongens spelen in het water. Niemand zit onder de palapa's. Enkele mensen op een terras kijken toe. Anderen zitten voor hun caravan. Hoe die hier gekomen is, is mij een raadsel. Ik ga naar Playa Kalki, waar het wat drukker is. Misschien zijn het gasten van Kura Hulanda Lodge, daar vlak achter. Aan de steiger ligt een jacht. Enkele mensen gaan duiken. Anderen liggen op het strand te zonnen. Ik kies een plaats in de schaduw onder een boom, maar toch ben ik aan het eind van de middag verbrand. De tropenzon is feller dan je denkt. Ik verzamel wat stenen voor onze tuin en rijd naar Playa Forti. Op de resten van dit oude fort is een restaurant gebouwd. En kanonsloop bij de ingang herinnert nog aan het fort. Er waren vroeger veel forten en kustbatterijen aan de zuidkust om indringers tegen te houden. De Engelsen en Fransen aasden op het eiland. Ze hebben het ook wel eens bezet. In het restaurant drink ik een kop koffie. Er is verder niemand. Het restaurant ziet er wat verlopen uit. Tenslotte ga ik terug naar Rancho el Sobrino. Ik eet er een typisch Curaçaos gerecht: kabritu stoba (gestoofd geitenvlees met rijst).Tegenover me zie ik twee bergen: de Seru di Sabana (171 meter) en de Seru Kortapé (178 meter hoog). De schemering gaat over in de duisternis. Dat gebeurt snel in de tropen. In de duisternis rijd ik terug naar Willemstad, nu via Barber en Ser'i Neger. Bij deze berg raakten destijds Tula en zijn volgelingen slaags met het koloniale leger, nadat zijn opstand tegen de slavernij uitgebroken was. Tula en de zijnen werden in de pan gehakt en gruwelijk gemarteld en ter dood gebracht. Een zwarte bladzijde in de koloniale geschiedenis. Na een uur rijden ben ik weer thuis. Bon nochi!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten