Curaçao is een eiland van feesten. Als het even kan, wordt er gefeest. Neem nu de afgelopen tijd. Op 12 februari was er kindercarnaval. De kinderen hadden die maandag vrij van school. Op 14 februari was het Valentijnsdag. Dan kun je niets doen, zeker niet vergaderen. Veel mensen hebben etentjes op die dag. Vrijdag was de tienerparade. Op 19 februari was dan het echte carnaval. De Gran Marcha werd gehouden. Door de economische recessie was het trouwens minder dan anders. Er deden minder groepen aan mee. Maandag was de Marcha di Despedida van de kinderen en dinsdag was de Marcha di Despedida. Het carnaval werd afgesloten met het verbranden van Momo Rei. De kinderen hadden drie dagen vrij van school. Woensdag was het Aswoensdag en gingen de mensen een askruisje halen in de kerk om te boeten voor hun zonden, ook voor die die ze begaan hadden tijdens carnaval, zoals drank, drugs en seks. Al deze dagen kun je niets beginnen, want het hoofd van de mensen staat er niet naar. Nu is de lijdenstijd aangebroken (tempu di kuaresma) en zijn we in rustiger vaarwater terechtgekomen. De winkels zijn nu weer normaal open. Carnaval is op Curaçao een waar volksfeest. Maandag na carnaval had iedereen een vrije dag. Wij gingen naar Cabana Beach, maar toen we er aankwamen, vernamen we, dat Portugese oorlogsschepen het strand en het water teisterden. Wat zijn Portugese oorlogsschepen? Uit de koers geraakte oorlogsbodems uit Portugal? Nee, het zijn zeer giftige kwallen. Zo'n kwal kan tentakels hebben van wel dertig meter. Bij aanraking kun je zware brandwonden oplopen en zelfs verlamd worden. Niet om naar te verlangen dus. Bij een bepaalde wind, die vaak waait tusen carnaval en pasen, vormen ze een gevaar voor de zuidkust. Daarom gingen we maar naar de noordkust, naar Playa di Kanoa. De weg eerheen liep door de mondi en was heel slecht. Op een gegeven ogenblik had ik het idee dat ik door een rivier moest rijden, want de weg stond gewoon onder water. Overal langs de weg was vuilnis neergekieperd. Dat is gemakkelijker dan naar de land fill te gaan. Men is hier niet echt milieubewust! Met goed geluk kwamen we door het water heen en bereikten we Playa di Kanoa. Even verderop was men nieuwe windmolens aan het bouwen. Op Playa Kanoa was het aangenaam vertoeven. Het was ontspannend en het water was lekker. We zaten lekker onder een palappa. Terug reden we via een andere weg naar Brievengat. De weg was opgeknapt (nog steeds onverhard trouwens). Vroeger was ook deze heel slecht. De wegen zijn trouwens heel slecht hier, mede door de zware regenval van de afgelopen tijden. We hebben hier last van La Nina. Men trekt er nu geld voor uit om de wegen op te knappen. Zo wordt ook de Ronde Klipweg vernieuwd. Het was wel nodig. 's Avonds gingen we uit eten bij Zanzibar aan de zuidkust. Bon tardi!
zondag 26 februari 2012
maandag 6 februari 2012
Scharloo
Gisteren toog ik naar Scharloo om deze wijk beter te bekijken. Ik zette mijn auto neer op de Plasa Mundo Merced bij de Movies. Ik liep naar de Kas di Kultura, die gesloten was. Ik heb er al eerder over bericht. Daar achter ligt het Maritiem museum aan de Van de Brandhofstraat. De Villa Maria is een opvallend gebouw, waar partijen en recepties gegeven worden. De stad was uitgestorven. Hier en daar liep iemand op straat. Aan het eind van de Werfstraat moet de oude synagoge zijn geweest, maar ik kon hem niet ontdekken. Wel stond er een afbraakpand. Veel panden in deze buurt zijn in slechte staat en onbewoond. De ramen en deuren zijn dichtgespijkerd om te voorkomen, dat de chollers (drugsverslaafden) erin gaan huizen. De Bargestraat was opengebroken. Aan weerszijden waren kleine huisjes. Het was een wat armere buurt. Buiten zaten mensen bier te drinken. Voor een pand zaten vrouwen bier te drinken, waarschijnlijk Columbiaansen. Of ze hier legaal of illegaal waren, weet ik niet. Of ze iets met prostitutie van doen hebben, weet ik ook niet. Bij Hato is een groot kamp waar prostitutie bedreven wordt, Campo Alegre. Hier werken buitenlandse vrouwen. Officieel is prostitutie op Curaçao verboden. Aan het eind van de Bargerstraat staat een aantal mooie panden. Ze zijn opgeknapt en van het verval gered. De Stichting Monumentenzorg, die hier haar zetel heeft, draagt daar veel aan bij. Ik liep over de Koningin Wilhelminabrug over het Waaigat naar de drijvende vloot van Venezolaanse barkjes, die groente en fruit verkopen. De meeste kramen waren gesloten. Enkele Venezolanen hingen rond op straat en koutten met elkaar. Aan de Handelskade lag de Insulinde, een zeilschip, dat onderandere op Bonaire vaart. Het schip lag er verlaten bij. Op het Wilheminaplein stond een standbeeld van koningin Wilhelmina. Het plein lag er verlaten bij. Hier en daar sliep een choller op een bank. Bij het Wilhelminaplein bewonderde ik het nieuwe onderkomen van de procureur-generaal. Het is een opgeknapt pand. Daarachter bevindt zich het Waterfort met de vele restaurantjes. Er was nu ook een Oosters restaurant bijgekomen. Je kunt er Arabische thee drinken, zittend op kussens. Het Telemuseum er tegenover was tot nader order gesloten, las ik op de deur. In de bijna vier jaar, dat ik hier nu ben, heb ik het nog nooit open gezien, terwijl het wel in alle toeristische folders wordt aangeprezen. Via de Columbusstraat liep ik weer naar de parkeerplaats. De stad is wat saai als de winkels niet open zijn. Toen ik bij mijn auto kwam, stond een choller hem zogenaamd schoon te maken. Ik gaf hem een gulden voor de moeite. Toen ik wilde weggaan, wilde de auto niet starten. De choller en een bewaker van de Movies kwamen kijken, maar ze wisten ook geen raad. Ik belde dus de wegenwacht, die warempel na 20 minuten al kwam. De accu was uitgeput en ik moest hem vervangen, zei de wegenwacht. Een accu gaat in de tropen trouwens maar twee jaar mee. Alles gaat hier gauw stuk. De sleepwagen, die meegekomen was, kon onverrichterzake weer naar huis terugkeren, want de wegenwachter had mijn auto weer aan de praat gekregen. Zonder problemen reed ik in de schemering naar huis. Bon nochi!
Abonneren op:
Posts (Atom)